Steeds meer organisaties, overheden en bedrijven kijken naar de mogelijkheden om (deels) over te stappen op een circulair businessmodel. Een positieve verandering! Toch is er veel sprake van twijfel over de kosten hiervan. Wat houdt de overstap van lineair naar circulair precies in als we kijken naar het financiële plaatje?
Maatschappelijke druk richting circulariteit
De grote maatschappelijke druk zorgt ervoor dat veel bedrijven op zoek gaan naar manieren om maatschappelijk verantwoord bezig te gaan. Daarnaast zorgen de stijgende grondstofprijzen er voor dat het produceren van veel producten langzaam duurder wordt. Bedrijven moeten dus op zoek naar manieren om efficiënter te produceren en het hergebruik van grondstoffen te stimuleren. In deze zoektocht komt de circulaire economie al snel als optie naar boven.
Hoe richt je een circulair businessmodel in?
Bij een circulair businessmodel staat het sluiten van de keten centraal. Dit betekent dat er geen waarde verloren gaat en het gebruik van nieuwe grondstoffen en de productie van afval wordt verminderd. In de meeste gevallen zorgt dit er ook voor dat er meer aandacht is voor het onderhoud en de reparatie van producten, zodat deze een langere levensduur hebben.
Circulair in 10 stappen: de belangrijkste R’s van circulariteit
Wanneer bedrijven willen beginnen met circulair ondernemen, weten ze vaak niet hoe ze hier precies mee moeten beginnen. Gelukkig zijn er verschillende modellen die gebruikt kunnen worden als richtlijn en inspiratie. Eén van deze modellen wordt beschreven in ‘Circular Economy 3.0’, een onderzoeksartikel dat is geschreven door de Nederlandse onderzoekers Walter Vermeulen, Denise Reike en Sjors Witjes.
De onderzoekers beschrijven in hun artikel het R0 -> R9 model dat consumenten en bedrijven kan helpen om circulaire keuzes te maken. De stappen in het model zien er als volgt uit:
R0 – Refuse: Vermijd de aanschaf van producten die weinig gebruikt worden of huur deze voor een bepaalde periode waar mogelijk.
R1 – Reduce: Zorg goed voor producten en eigendommen zodat deze een langere levensduur krijgen.
R2 – Resell/Reuse: Bekijk de mogelijkheden voor ‘direct hergebruik’ waarbij je samenwerkt met inzamelaars en detailhandelaars. Door gebruik te maken van kwaliteitsinspecties, reiniging en kleine reparaties kunnen gebruikte producten of producten met een beschadigde verpakking vaak opnieuw gebruikt worden.
R3 – Repair: Zorg ervoor dat kapotte producten zoveel mogelijk gerepareerd in plaats van vervangen worden en maak een plan waarbij onderhoud op de lange termijn wordt ingepland.
R4 – Refurbish: Als er sprake is van het opknappen van grote ‘producten’: knap kleine onderdelen op, maar zorg ervoor dat de algemene structuur in tact blijft. Hierdoor bespaar je niet alleen kosten, maar worden er ook niet onnodig onderdelen vervangen die nog in tact zijn.
R5 – Remanufacture: Demonteer, controleer en herbruik de componenten van bestaande producten die niet langer gebruikt kunnen worden.
R6 – Repurpose: Geef ‘afgedankte’ goederen of onderdelen een andere functie.
R7 – Recyle materials: Verwerk afvalstromen door gebruik te maken van apparatuur waarmee de grondstoffen gesmolten of versnipperd kunnen worden zodat deze kunnen dienen als nieuwe grondstof.
R8 – Recover: Vang de energie op die gevangen zit in afval. Dit kan bijvoorbeeld in combinatie met de productie van energie of het gebruik van biomassa.
R9 – Re-mine: Win materialen terug nadat deze gestort zijn. Dit wordt ook wel ‘urban mining’ genoemd.
Zelf beginnen met een circulair business model?
Hoewel niet al deze stappen haalbaar zijn voor kleine bedrijven, kunnen ze wel als richtlijnen gebruikt worden om aan de slag te gaan met een circulair business model. Wil je graag bezig met circulariteit in jouw onderneming, maar ben je nog op zoek naar voorbeelden? De ondernemers en bedrijven op onze website laten je zien het hoe het kan!