Het materialenpaspoort: de oplossing voor circulariteit in de bouw?
We schreven al eerder over de ontwikkelingen omtrent circulariteit in de bouwsector. Naast het gebruik van nieuwe materialen en nieuwe technieken, speelt ook het materialenpaspoort een belangrijke rol in deze transitie. Daarom in dit artikel: wat is het materialenpaspoort, hoe wordt het gebruikt en welke rol speelt het in de circulaire economie?
Wat is het materialenpaspoort?
Het bouwen van een nieuw appartementencomplex, bedrijfspand of ander gebouw gaat gepaard met het gebruik van veel verschillende materialen. Tegenwoordig wordt er veel geëxperimenteerd met nieuwe bouwmethodes en materialen, waardoor het regelmatig voorkomt dat materialen door elkaar heen worden gebruikt of worden gecombineerd. Wordt het gebouw jaren later afgebroken? Dan is het moeilijk te identificeren welke materialen er zijn gebruikt, waardoor hergebruik of recycling een stuk moeilijker wordt. Om dit probleem op te lossen, is het materialenpaspoort geïntroduceerd. Hierin staat precies welke materialen en producten op welke plaats in de gebouwde omgeving worden gebruikt.
Het gebruik van het materialenpaspoort
In het materialenpaspoort wordt per gebouw vastgelegd wat de samenstelling is en welke materialen en producten zich in de constructie bevinden. Hierdoor wordt het bij de sloop van een gebouw een stuk eenvoudiger om te bepalen hoe de materialen hergebruikt kunnen worden. Dit stimuleert tegelijkertijd ook slim ontwerpen van constructies. Door bij de bouw al na te denken over de deconstructie, wordt het aan het einde van de levensduur eenvoudiger om de materialen te scheiden en op de juiste manier te recyclen. Afval kan dankzij deze aanpak zoveel mogelijk geëlimineerd worden.
Voor wie is het materialenpaspoort?
Eén van de struikelblokken bij het creëren van inzicht in de materialenstromen in gebouwen, is het vinden van een centrale opslagplaats voor alle informatie. Wereldwijd zijn er verschillende partijen bezig met het oprichten van platformen die het makkelijk maken om de informatie per gebouw op te slaan.
Een Nederlandse partij die zich hier hard voor inzet is Madaster. Op het Madaster platform kunnen beheerders van onroerend goed en infrastructuur een paspoort voor hun gebouw laten maken. In het paspoort is niet alleen informatie te vinden over de gebruikte materialen, maar staat ook informatie over de circulaire en financiële waarde van het gebouw. Door te laten zien welke waarde de materialen in het gebouw hebben, worden de eigenaren gestimuleerd om deze waarde terug te winnen door middel van deconstructie. Hergebruik, herbestemming en recycling worden zo een stuk aantrekkelijker gemaakt.
De toekomst van het materialenpaspoort
Nederland heeft de ambitie om in 2050 circulair te zijn. Voordat dit doel bereikt kan worden, moeten er grotere stappen worden genomen die het makkelijker maken om circulariteit als uitgangspunt te zien. Het materialenpaspoort geeft hiermee een steuntje in de goede richting. Om het paspoort optimaal te benutten, is het van belang dat andere landen er ook mee aan de slag gaan. In de EU is er voldoende draagkracht voor het idee. Door de partij Buildings As A Material Banks (BAMB) worden er verschillende proefprojecten uitgevoerd in verschillende Europese landen. BAMB is een samenwerkingsverband van 15 partners uit zeven Europese landen.